Historical records matching Jan Herbaren II van Arkel
Immediate Family
-
wife
-
daughter
-
daughter
-
daughter
-
daughter
-
ex-wife
-
mother
About Jan Herbaren II van Arkel
https://translate.googleusercontent.com/translate_c?depth=1&hl=en&p...
Jan van Arkel II (13th century) Jan van Arkel Herbaren II (ca. 1255 - St Pancras , March 27 1297 ) was Mr van Arkel from 1269 until his death.
Life [ edit ]
He was a son of John I of Arkel and Bertha van Ochten . It was 1269 before a minor, so the regency was observed by his mother. Jan comes in several deeds for. In 1273 he bought the port of Gorinchem of the Count of Bentheim . From 1277 under the leadership of John II built miscellaneous dikes, such as the Zouwendijk "a dike between the rivers Lek and Den Donk. Also, there embankments were put into the Alblasserwaard to the Giessen [1] . Gorinchem arose around the first wall and were founded the first public buildings, such as the Holy Spirit Chapel, the Hospital Chapel and the Chancellery [2] . In 1281, he was beaten knighted by Floris V , Count of Holland. In 1288 he participated in Brabant side at the battle of worringen . In 1290 he acknowledged Floris as his lord for his castle in Gorinchem and received in return the right to make tolls. Jan was one of the signatories of a letter from the Dutch nobility to King Edward I of England . Floris borrowed in 1292 12.000 Dutch pounds of Jan van Arkel, Richoud of Noordeloos (no doubt a cousin of Jan) and the Vriese Lambrecht. When Floris was assassinated in 1296, Jan took with Mr Wassenaar and of Borsselen Holland governance temporarily in itself. In 1297, he was killed at the Battle of Vronen . He was buried in Gorinchem.
Jan married Bertrouda of Fort Deposit, daughter of Gerard van Sterkenburg, with whom he had three children;
John III (1280-1324)
Mabilia (1284-1317) married Zweder II van Zuylen van Abcoude (1307-1347), lord of Abcoude and Wijk bij Duurstede.
Herbaren (ca. 1285 - ca. 1325), lord of scattered possessions in the Grote Hollandse Waard , Alblasserwaard, the Vijfherenlanden and the Land of Altena, known as Herbaren Mr van Arkel Molenaarsgraaf. He married Odilia Cuijk (about 1295 - before 1317).
Nicholas (1280 / 85-1345), lord of Emmikhoven , regent of Arkel (1324-?) Was a steward under his cousin Bishop Jan van Arkel (hence also called Claes Oem van Arkel ) and killed at the Battle of Warns . He was married to Lijsbeth of Emmikhoven (1275-1320).
Trivia [ edit ]
Jan is mentioned as one of the members at the founding of the Order of St. Jacob in Holland by Floris V. This knighthood, however, is based on a seventeenth-century fiction.
References [ edit ]
Sources, notes and / or references 1. ↑ S.Muller, ACBouman, K.Heeringa and F.Ketner, Certificate Book Sticht Utrecht until 1301, five parts (Utrecht 1920-1959) 2. ↑ MJWaale, The Arkelse castle in the wide shield in Gorinchem, old Gorcum Miscellany (1990), pp 137-148
Jacob van Lennep and WJ Hofdijk , castles Strange Part I (1854)
The Dutch Lion, monthly magazine of the Royal Netherlands Society for Genealogy and Heraldry (2000) (The Hague, Luctor et Emergo, 1933-)
http://www.mythopedia.info/ancestry-arkel.htm
see also the history of Gorinchem:
http://en.wikipedia.org/wiki/Gorinchem#History
Bron : https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I307843.php
Notities over Jan II 9e heer van (Jan II, 9e heer van) Arkel 9e Heer van Arkel http://www.mythopedia.info/ancestry-arkel.htm Jan II, lord of Arkel 1272, succeeded his father 1272, 'knape' until 1277, knight 1281, participated in the battle of Woeringen 5-6-1288 in the army of Brabant, lent money to count Floris V of Holland 1291, lord of Gorinchem, built a new fortress ('burcht') to the east of Gorinchem and dedicated that to count Floris V of Holland, signed a letter from the nobility of Holland to king Edward of England, supported Jan of Avesnes, pillaged Enkhuizen after the battle against the West-Frisians, mentioned 1269-1297, died 27-3-1297 Vronen near Alkmaar in battle
===================================
rob_gomes.ged
Op 24 Juli 1260 is hij nog knape wanneer hij tesamen met Otto van Arkel, ridder, met het kapittel ten Dom in geschil is over de tienden van Oosterwijk en Heukelom. Op 7 Nov. 1272 verklaart hij het gerecht van Schelluinen in, leen te houden van de heer van Altena. Op 1 April 1277 is hij nog knape wanneer graaf Eloris de dijkschouw tussen Lek en Dank regelt. In dezelfde maand zegelt hij voor de heer van Altena. Op 10 April 1281 is hij ridder. Op 23 febr. 1282 verklaart graaf Floris V, dat hij aan die van Gorinchem, mannen van de heer van Arkel, dezelfde tolvrijheid zal geven die zij nu genieten, indien 'villam predictam' door overstromingen verplaatst zou moeten worden. Deze oorkonde heeft aanleiding gegeven tot tal van beschouwingen over de wijze waarop Gorinchem dat in 1224 nog toebehoorde aan Boudewijn graaf van Bentheim, in het bezit der van Arkels gekomen kan zijn. Vrijwel alle schrijvers trachten deze overgang te verklaren uit familierelaties tussen
de van Bentheims en de van Arkels. In zijn artikel: 'Hoe kwam Gorinchem aan het geslacht van Arkel', tracht de heer de Groot aannemelijk te maken, dat Boudewijn graaf van Bentheim een oom is geweest van Jan I van Arkel, De hiertoe door hem opgestelde hypothese is zeer ingenieus, en lijkt wel aannemelijk. Toch kan zij het probleem niet oplossen, daar wij in volkomen onzekerheid blijven verkeren, of Gorinchem op de Arkels vererfd is dan wel door hen aangekocht, terwijl wij ook weinig houvast hebben ten aanzien van de tijd, waarin deze overgang heeft plaats gevonden. In Mei 1283 doet hij aan zijn oom, heer Otto van Arkel, heer van Heukelom, de toezegging, dat alle goederen welke deze van hem in leen houdt 'tam in jurisdictionibus sive decimis de Hoekelem quam aliis quibu scunque bonis', welke op hem (Otto) van zijn vader (Herbaren van der Lede) en moeder zijn vererfd, nooit weder aan hem (Jan II) zullen terugvallen. In verscheidene oorkonden wordt hij nog vermeld, zo b.v. in een van 17 Sept. 1284 waarin hij door Walraven van Benthem 'consanguineus' genoemd wordt. In de oudste stadsrekeningen van Dordrecht vindt men op het jaar 1285/86 een merkwaardige post onder de uitgaven, nl. 'van den pawelione, dat ghelenet was den here van Arkele, te wasghene, op te doene te voren ende te slane ende te vellen, in die kercke te draghene ende te hanghene 6s. 6d'. Deze 'pawelione' zal de heer van Arkel gebruikt hebben in dienst van de hertog van Brabant, die hem voor deze diensten in het volgende jaar beloont met tolvrijheid voor Gorinchem. (oorkonde dd. 4 Juli 1287). Op 5 Juni 1288 neemt hij dan ook deel aan de slag bij Woeringen, terwijl hij in hetzelfde jaar als borg optreedt voor Herman, heer van Woerden. In 1289 wordt hij door heer Herbaren, heer van Haestrecht 'mage' genoemd. Op 18 April 1290 oorkondt hij, dat hij zijn 'borch te Gorinchem' heeft opgedragen, aan graaf Floris V en van hem wederom in leen heeft ontvangen. Nog in hetzelfde jaar ontvangt hij tolrechten voor Gorinchem. Op 21 Maart 1292 erkent graaf Floris 12000 pond Holl. schuldig te zijn aan here Jan, here van Arkel, Lambrecht de Vriesse en Ricoud van Noordeloos. In de gebeurtenissen die zich om het jaar 1296 afspelen kiest hij de zijde van graaf Floris V, want na diens gevangenneming neemt hij diens twee neven van Henegouwen mede naar zijn kasteel: Die here van Arkele nam beide, De twee kinder in sijn geleide, Ende voerde tsinen huse mede, omme te hebbene te beteren vrede. Hij maakt ook deel uit van het gezelschap, dat aan de koning van Engeland de dood van graaf Floris V gaat melden. Op 11 Nov. 1296 geeft Jan van Avennes hem nog een rente van 80 pond 's jaars uit een wijngaard te Mechelen, doch op 27 Maart 1297 sneuvelt hij in de slag bij Vronen, zoals Melis Stoke ons bericht: Daer bleef doot de ghetrouwe, van Arkele de goede her Jan. Wilhelmus Procurator verhaalt ons deze gebeurtenis nog iets nauwkeuriger, hij meldt ons, dat heer Jan verdronken is. Met wie hij gehuwd geweest is, is tot nu toe uit geen oorkonde gebleken. Oudere schrijvers geven hem tot vrouw Ermgard van Voorne, hetgeen niet juist kan zijn. (NL 1954).
Jan II van Arkel (geboren ca. 1255 – overleden Sint Pancras, 27 maart 1297) was heer van Arkel vanaf 1269 tot zijn dood. Hij was een zoon van Jan I van Arkel en Bertha van Ochten. Hij was vóór 1269 nog minderjarig, zodat het regentschap door zijn moeder werd waargenomen. Jan komt in meerdere akten voor. In 1273 kocht hij de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim (of geërfd?). In 1281 werd hij tot ridder geslagen door Floris V, de graaf van Holland. In 1288 nam hij aan Brabantse zijde deel aan de Slag bij Woeringen. In 1290 erkende hij Floris als zijn leenheer voor zijn kasteel in Gorinchem en kreeg daarvoor in ruil het recht om er tol te heffen. Jan was een van de ondertekenaars van een brief van de Hollandse adel aan koning Eduard I van Engeland. Floris leende in 1292 12.000 Hollandse ponden van Jan van Arkel, Richoud van Noordeloos (ongetwijfeld een achterneef van Jan) en Lambrecht de Vriese. Toen Floris in 1296 werd vermoord, nam Jan samen met de heren van Wassenaar en van Borsselen het bestuur van Holland tijdelijk op zich. In 1297 kwam hij om het leven bij de Slag van Vronen. Hij werd begraven in Gorinchem. Jan huwde met Bertrouda van Sterkenborg, dochter van Gerard van Sterkenburg. Kinderen:
Jan III (1280-1324) Mabilia (1284-1317), trouwde met Zweder II van Zuylen van Abcoude (1307-1347), heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede. Herbaren, heer van Slingeland (ca. 1275 – ca. 1325) Johanna van Arkel van Bockhoven. (Volgt 18d). Nicolaas Oem van Arkel (1280/85-1345), heer van Emmikhoven. Hij was rentmeester van Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, zijn neef. Hij was regent van Arkel, nadat zijn broer Jan III van Arkel in 1324 was overleden, totdat diens zoon Jan IV van Arkel oud genoeg was om Heer van Arkel te zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zal daar zijn bijnaam Oom van Arkel aan ontleend zijn. Hij sneuvelde bij de Slag bij Warns. Hij was gehuwd met Lijsbeth van Emmikhoven (1275-1320).
Over Jan van Arkel, II (Nederlands)
Op 24 Juli 1260 is hij nog knape wanneer hij te samen met Otto van Arkel, ridder, met het kapittel ten Dom in geschil is over de tienden van Oosterwijk en Heukelom. Op 7 Nov. 1272 verklaart hij het gerecht van Schelluinen in, leen te houden van de heer van Altena. Op 1 April 1277 is hij nog knape wanneer graaf Floris de dijkschouw tussen Lek en Dank regelt. In dezelfde maand zegelt hij voor de heer van Altena. Op 10 April 1281 is hij ridder. Op 23 febr. 1282 verklaart graaf Floris V, dat hij aan die van Gorinchem, mannen van de heer van Arkel, dezelfde tolvrijheid zal geven die zij nu genieten, indien 'villam predictam' door overstromingen verplaatst zou moeten worden. Deze oorkonde heeft aanleiding gegeven tot tal van beschouwingen over de wijze waarop Gorinchem dat in 1224 nog toebehoorde aan Boudewijn graaf van Bentheim, in het bezit der van Arkels gekomen kan zijn. Vrijwel alle schrijvers trachten deze overgang te verklaren uit familierelaties tussen de van Bentheims en de van Arkels. In zijn artikel: 'Hoe kwam Gorinchem aan het geslacht van Arkel', tracht de heer de Groot aannemelijk te maken, dat Boudewijn graaf van Bentheim een oom is geweest van Jan I van Arkel. De hiertoe door hem opgestelde hypothese is zeer ingenieus, en lijkt wel aannemelijk. Toch kan zij het probleem niet oplossen, daar wij in volkomen onzekerheid blijven verkeren, of Gorinchem op de Arkels vererfd is dan wel door hen aangekocht, terwijl wij ook weinig houvast hebben ten aanzien van de tijd, waarin deze overgang heeft plaats gevonden. In mei 1283 doet hij aan zijn oom, heer Otto van Arkel, heer van Heukelom, de toezegging, dat alle goederen welke deze van hem in leen houdt 'tam in jurisdictionibus sive decimis de Hoekelem quam aliis quibu scunque bonis', welke op hem (Otto) van zijn vader (Herbaren van der Lede) en moeder zijn vererfd, nooit weder aan hem (Jan II) zullen terugvallen. In verscheidene oorkonden wordt hij nog vermeld, zo b.v. in een van 17 Sept. 1284 waarin hij door Walraven van Benthem 'consanguineus' genoemd wordt. In de oudste stadsrekeningen van Dordrecht vindt men op het jaar 1285/86 een merkwaardige post onder de uitgaven, nl. 'van den pawelione, dat ghelenet was den here van Arkele, te wasghene, op te doene te voren ende te slane ende te vellen, in die kercke te draghene ende te hanghene 6s. 6d'. Deze 'pawelione' zal de heer van Arkel gebruikt hebben in dienst van de hertog van Brabant, die hem voor deze diensten in het volgende jaar beloont met tolvrijheid voor Gorinchem. (oorkonde dd. 4 Juli 1287). Op 5 Juni 1288 neemt hij dan ook deel aan de slag bij Woeringen, terwijl hij in hetzelfde jaar als borg optreedt voor Herman, heer van Woerden. In 1289 wordt hij door heer Herbaren, heer van Haestrecht 'mage' genoemd. Op 18 April 1290 oorkondt hij, dat hij zijn 'borch te Gorinchem' heeft opgedragen, aan graaf Floris V en van hem wederom in leen heeft ontvangen. Nog in hetzelfde jaar ontvangt hij tolrechten voor Gorinchem. Op 21 Maart 1292 erkent graaf Floris 12000 pond Holl. schuldig te zijn aan here Jan, here van Arkel, Lambrecht de Vriesse en Ricoud van Noordeloos. In de gebeurtenissen die zich om het jaar 1296 afspelen kiest hij de zijde van graaf Floris V, want na diens gevangenneming neemt hij diens twee neven van Henegouwen mede naar zijn kasteel: Die here van Arkele nam beide, De twee kinder in sijn geleide, Ende voerde tsinen huse mede, omme te hebbene te beteren vrede.
Hij maakt ook deel uit van het gezelschap, dat aan de koning van Engeland de dood van graaf Floris V gaat melden. Op 11 Nov. 1296 geeft Jan van Avennes hem nog een rente van 80 pond 's jaars uit een wijngaard te Mechelen, doch op 27 Maart 1297 sneuvelt hij in de slag bij Vronen tegen de West-Friezen, toen deze tegen deze in opstand kwamen; hij plunderde daarbij Enkhuizen, voor hij in Vronen bij Alkmaar sneuvelde, zoals Melis Stoke ons bericht: Daer bleef doot de ghetrouwe, van Arkele de goede her Jan. Wilhelmus Procurator verhaalt ons deze gebeurtenis nog iets nauwkeuriger, hij meldt ons, dat heer Jan verdronken is. Met wie hij gehuwd geweest is, is tot nu toe uit geen oorkonde gebleken. Oudere schrijvers geven hem tot vrouw Ermgard van Voorne, hetgeen niet juist kan zijn. (NL 1954).
Zie: NL 2000 kol 13.
[http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_II_van_Arkel_%28IX%29]
Jan Herbaren II van Arkel (overleden 1297) was heer van Arkel vanaf 1269 tot zijn dood.
Hij was een zoon van Jan I van Arkel en Bertha van Ochten. Hij was voor 1269 nog minderjarig, zodat het regentschap door zijn moeder werd waargenomen. In 1273 koopt hij de havenplaats Gorinchem van de graaf van Benthem en word in 1281 tot ridder geslagen door Floris V, de graaf van Holland. Uit eerbetoon draagt hij later zijn pasgebouwde burcht (1290) aan hem op. Door zijn inzet voor Holland en Brabant krijgt hij handelsvrijheid, waardoor hij tol kan innen op de Lek en Merwede. Als Floris V van Holland omkomt in 1296, neemt Jan als trouwe vazal, samen met de heren van Wassenaar en van Borsselen, het bestuur van Holland tijdelijk op zich. In 1297 komt Jan II om het leven bij de Slag van Vronen. Jan huwde met Bertrouda van Sterkenborg, met wie hij drie kinderen kreeg;
Jan III ,(1280-1324)
Mabilia ,(1284-1317)
Herbaren, heer van de Grote waard en Slingeland ,(1285-1325)
Nicolaas (bastaard zoon), regent van Arkel (overl,1345)
http://www.mythopedia.info/ancestry-arkel.htm
see also the history of Gorinchem:
Jan Herbaren II van Arkel's Timeline
1253 |
1253
|
Arkel, Zuid-Holland, Nederland (Netherlands)
|
|
1275 |
1275
|
Arkel, Giessenlanden, Zuid-Holland, Nederland (Netherlands)
|
|
1280 |
1280
|
||
1284 |
1284
|
Arkel, Giessenlanden, ZH, Netherlands
|
|
1284
|
Arkel, Giessenlanden, ZH, Netherlands
|
||
1285 |
1285
|
Benthuizen, Alphen aan den Rijn, ZH, Netherlands
|
|
1287 |
1287
|
Gorinchem, Gorinchem, ZH, Netherlands
|
|
1295 |
1295
|
||
1297 |
March 27, 1297
Age 44
|
Vronen, West-Friesland, Noord-Holland, Nederland (Netherlands)
|