Evrard I Radulf van Peteghem

• Viscount of Doornik (Tournai)
• Lord of Mortagne

  ---

4. EVERARD I RALPH.
He dislodged Gerulf in from Tournai and Hugo from Mortagne in 1075/80 and so he became castellan of Tournai and lord of Mortagne (SS. XIV, p. 309).
1078 (RA. Ronse, Archives of the church of Eine, no. 8, f° 5 v°) - 1110, October 20 (Verc. no. 44).
nob. (Verc. no. 44).
Advocate and lord of the church of Eine (RA. Ronse, loc. cit.).
"Primas" (Verc. no. 44) , "optimas: , "princess" (Verc. nos. 23 and 27).
Knight (N. Huyghebaert: Ribemont, pp. I5I-152 (1088)).
Brother: Cono I of Eine (DB, I, no. 124, p. 216; Mir.-Fopp., III, p. 20).
He most probably did not take part in the crusade of 1096 (B.C.R.H., IVth series, Vol. 2 (1875), p. 92 (1096); Ibidem, p. 93 (I097, September 5)).
× Francka; son: Alard (RA. Ronse, loc. cit. (I078)).
x Helewide (DB, I, no. 127, pp. 218-219 (1092));
children:
-Walter (Verc. no. 44 (1110, October 20)) and
-Ida (SS. XIV, Pp. 299-300).
(Warlop, 1158)
____________

Everard I Radulf (vermeld tussen 1078 - 1112), ridder[37], heer en voogd van Eine[38], Mortagne, Werken en Liedekerke[39], fs. Alard van Peteghem (cf. 11) . Hij huwde de eerste maal met Francka[40] en daarna met Helewidis[41]. Hij volgde Gerulf II van Doornik op als burggraaf van Doornik[42] en werd door verovering in 1070-80 heer van de heerlijkheid Mortagne[43]. Deze grote heerlijkheid bestond uit de huidige gemeenten Mortagne-du-Nord , Flines-lez-Mortagne Maulde, Château l'Abbaye, Bruille, Laplaigne, het zuidelijke deel van Hollain en Espain (Bléharies).
Hoewel Robrecht de Vries, graaf van Vlaanderen de manier waarop Everard I Mortagne verworven had door Gerulf van Mortagne te verdrijven uit zijn heerlijkheid veroordeelde[44], kon hij zich geen conflict met de oom van Everard, nl. de bisschop van Noyon en Doornik[45], veroorloven. Onder invloed van de bisschop erfde Everard I en zijn broers in het Brugse Vrije gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de IJzer en Brugge[46]. Hierdoor werd hij tevens heer van Werken[47]. Everard Radulf was de eerste bisschop van Noyon en Doornik die een uitgebreide interesse vertoonde voor het bisdom Doornik. Dit vloeide voornamelijk voort uit de familiale banden met de familie van Peteghem. Zijn macht in dit bisdom werd nog groter toen zijn neef, die zijn naam aannam, burggraaf van Doornik werd [48]

In 1091 werd Everard Radulf vermeld als heer van Liedekerke. Als ber van Vlaanderen was één van zijn militaire opdrachten de grenzen van het graafschap verdedigen. Nadat de burcht van Ename was veroverd (1046) stond het Land van Aalst onder bestuur van de graaf van Vlaanderen. Hoewel Liedekerke en Borchtlombeek langs de oostelijke oever van de Dender lagen, behoorde deze heerlijkheden niet tot het hertogdom Brabant, maar tot het Land van Aalst. Everard I bracht een kapittel van kanunniken onder in de Liedekerkse parochiekerk[49] en bouwde er – ter verdediging – een burcht op de westelijke oever (= Denderleeuw) in de moerassen van de Dender[50].

Everard I Radulf (listed between 1078 - 1112), knight[37], lord and guardian of Eine[38], Mortagne, Werken and Liedekerke[39], fs. Alard of Peteghem (cf. 11) . He married first Francka[40] and then Helewidis[41]. He succeeded Gerulf II of Tournai as viscount of Tournai[42] and by conquest in 1070-80 became lord of the seigniory of Mortagne[43]. This great seigniory consisted of the current municipalities of Mortagne-du-Nord , Flines-lez-Mortagne Maulde, Château l'Abbaye, Bruille, Laplaigne, the southern part of Hollain and Espain (Bléharies).
Although Robrecht de Vries, count of Flanders condemned the way in which Everard I had acquired Mortagne by expelling Gerulf of Mortagne from his seigniory,[44] he could not afford a conflict with Everard's uncle, namely the bishop of Noyon and Tournai[45]. Under the influence of the bishop, Everard I and his brothers inherited lands in the Brugse Vrije in fief from the Count of Flanders, on the edge of the polder area situated between the Yser and Bruges[46]. This also made him lord of Werken[47]. Everard Radulf was the first bishop of Noyon and Tournai who showed an extensive interest in the Diocese of Tournai. This resulted mainly from family ties with the family of Peteghem. His power in this diocese was further increased when his nephew, who took his name, became viscount of Tournai[48]

In 1091 Everard Radulf was mentioned as lord of Liedekerke. As ber of Flanders, one of his military assignments was to defend the borders of the county. After the fortress of Ename was conquered (1046), the Land of Aalst was under the administration of the count of Flanders. Although Liedekerke and Borchtlombeek lay along the eastern bank of the Dender, these lordships did not belong to the duchy of Brabant, but to the Land of Aalst. Everard I brought a chapter of canons under the Liedekerke parish church[49] and built - for defense - a castle on the west bank (= Denderleeuw) in the marshes of the Dender[50].

Tomb of Bishop Everard Radulf discovered during restoration at Tournai Cathedral in 2016

[37] HUYGHEBAERT N., Une notice du cartulaire de l'abbaye de Saint-Nicolas-des-Près, in: Bulletin de la Commission Royale d'Histoire - Bulletin of the Royal Historical Commission, CXVI, 1951, pp. 151-152.
[38] Ronse, State Archives, Church Eine Archives, no. 8, f° 5 v°.
[39] ROLLAND P., Les origines de la commune de Tournai: histoire interne de la seigneurie épiscopale tournaisienne, 1931, pp. 70-91.
[40] Ibidem.
[41] GYSSELING M. - KOCH A.C., o.c., vol. I, pp. 218-219, no. 127.
[42] D'HERBOMEZ A.A., Histoire des châtelains de Tournai de la maison de Mortagne
, vol. 1, 1895; idem, Un livre de raison au XIIIe siècle (seigneurs de Mortagne), (overprint 12 pp.).
[43] VERCAUTEREN F., o.c., no. 44.
[44] CHOTIN A.G., Histoire de Tournai et du Tournaisis, Tournai, 1840, vol. I,.367-368.
[45] WARLOP E., The social framework. The Flemish nobility in the second half of the eleventh century, in: Sacris Erudiri,XX, 1971, pp. 182-183.
[46] VAN ELSLANDE R., The lords of Eke during the Middle Ages, in: Scheldeveld, jb. XLIII, 2014, p. 312.
[47] http://www.kortemark.be/product/1568/default.aspx?_vs=1_n&id=322
[48] POUTRAIN N., Histore de la ville et cite de Tournai capitales des Nerviens et premier siège de la monarchie françoidse, The Hague, 1749-1750, p. 599; ROLLAND P., Le Tournaisis, châtellenie flamande, in: Revue du Nord, 1926, pp. 124-125.
[49] VANDEPUTTE O. (ed.), Gids voor Vlaanderen Toeristische en culturele gids voor alle steden en dorp in Vlaanderen, Tielt, 2008, pp. 760-761.
[50] MEIJNS B., Aachen or Jerusalem? The emergence and reform of canonical institutions in Flanders until around 1155, Leuven 2000, pp. 543-545; VERBESSELT, Problems around Liedekerke-Denderleeuw and Strijtem-Borchtloombeek, in: Eigen schoon en de Brabander, Bd. 63, 1980, pp. 1-28.
(Rudy van Elslande GENEALOGIE VAN ELSLANDE)
________________
EVERARD [I] [Radoul], son of --- (-[20 Oct 1110/1116]).
[fn. 1983-1995 “MedievaLands”, https://medievalands.com]:
[1983] Serrure, C. P. (ed.) (1840) Cartulaire de Saint-Bavon à Gand (“Gand Saint-Bavon (1840)”), 14, p. 21.
[1984] Miraeus (1723), Tome I, LXIII, p. 74.
[1985] Herimanni Liber de Restauratione S. Martini Tornacensis, MGH SS XIV, 73, p. 309. .
[1986] Brassart, F. (1877) Histoire du Château et de la Châtellenie de Douai, Preuves (Douai) (“Brassart (Douai) (1877) Preuves”), XIX, p. 31.
[1987] Van De Putte, F. (1843) Chronique du monastère d’Oudenbourg (Gand), p. 59.
[1988] Van De Putte (1843) Oudenbourg, Codex Diplomaticus, II, p. 85.
[1989] Lokeren, A. van (1868) Chartes et documents de l’abbaye de Saint Pierre au Mont Blandin à Gand (Gand) ("Gand Saint-Pierre"), 163, p. 108.
[1990] Le Carpentier (1664), Part IV, Preuves, p. 16.
[1991] D’Herbomez (1895), Tome II, Preuves, 1, p. 1.
[1992] Gand Saint-Pierre, 163, p. 108.
[1993] D’Herbomez (1895), Tome II, Preuves, 1, p. 1.
[1994] Vos ‘Necrologe : Saint-Nicolas-des-Prés’ (1879), p. 380.
[1995] D’Herbomez (1895), Tomes I, p. 41.

• Viscount of Doornik (Tournai)
• Lord of Mortagne

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-ascendenten/...

12 Everard I Radulf (ca. 1080 - 1112), ridder[37], heer en voogd van Eine[38], Mortagne, Werken en Liedekerke[39]. Hij huwde de eerste maal met Francka[40] en daarna met Helewidis[41]. Hij volgde Gerulf II van Doornik op als burggraaf van Doornik[42] en werd door verovering in 1070-80 heer van de heerlijkheid Mortagne[43]. Deze grote heerlijkheid bestond uit de huidige gemeenten Mortagne-du-Nord , Flines-lez-Mortagne Maulde, Château l'Abbaye, Bruille, Laplaigne, het zuidelijke deel van Hollain en Espain (Bléharies).

Hoewel Robrecht de Vries, graaf van Vlaanderen de manier waarop Everard I Mortagne verworven had door Gerulf van Mortagne te verdrijven uit zijn heerlijkheid veroordeelde[44], kon hij zich geen conflict met de oom van Everard, nl. de bisschop van Noyon en Doornik[45], veroorloven. Onder invloed van de bisschop erfde Everard I en zijn broers in het Brugse Vrije gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de IJzer en Brugge[46]. Hierdoor werd hij tevens heer van Werken[47]. Everard Radulf was de eerste bisschop van Noyon en Doornik die een uitgebreide interesse vertoonde voor het bisdom Doornik. Dit vloeide voornamelijk voort uit de familiale banden met de familie van Peteghem. Zijn macht in dit bisdom werd nog groter toen zijn neef, die zijn naam aannam, burggraaf van Doornik werd [48]

In 1091 werd Everard Radulf vermeld als heer van Liedekerke. Als ber van Vlaanderen was één van zijn militaire opdrachten de grenzen van het graafschap verdedigen. Nadat de burcht van Ename was veroverd (1046) stond het Land van Aalst onder bestuur van de graaf van Vlaanderen. Hoewel Liedekerke en Borchtlombeek langs de oostelijke oever van de Dender lagen, behoorde deze heerlijkheden niet tot het hertogdom Brabant, maar tot het Land van Aalst. Everard I bracht een kapittel van kanunniken onder in de Liedekerkse parochiekerk[49] en bouwde er – ter verdediging – een burcht op de westelijke oever (= Denderleeuw) in de moerassen van de Dender[50].